Met deze tips krijg je meer overzicht in je manuscript.

1. Verander de opmaak van je pagina

Ik heb veel in Scrivener gewerkt, maar de laatste tijd werk ik toch weer het liefst in good old Word. Het grote voordeel daarvan is, dat je de opmaak van een pagina kan veranderen. Ik stel het document zo in, dat mijn pagina’s de afmetingen hebben van een boekpagina. Ik houd zo’n 280 woorden per pagina aan. Over het algemeen hebben boeken voor volwassenen meer woorden op een pagina dan een jeugdboek en is de bladspiegel ook zwarter (dwz: minder witregels). Je kunt je instellingen aanpassen bij het tabblad pagina-indeling, marges. Tik bij ‘aangepaste marges’ je eigen getallen in. Ik werk met 6,6,6,5. Pas het toe op het hele bestand.

2. Werk met meerdere pagina’s naast elkaar

Sinds ik op een groot beeldscherm werk, is er mist in mijn hoofd opgetrokken waarvan ik niet eens doorhad dat die er was. Ik houd nog steeds van mijn oude laptopje, maar voor de lange schrijfkilometers, kruip ik voortaan achter de Mac van mijn vriend. Door het grotere beeldscherm, kan ik namelijk met meerdere pagina’s naast elkaar werken. Dit werkt ontzettend handig, omdat ik zo in één opslag kan zien waar ik naar toe wil. Zinnetjes die ik op dat moment niet kwijt kan, parkeer ik zo makkelijk op de pagina ernaast en kan ik daarna net zo makkelijk terughalen.

3. Gebruik een ander lettertype bij het herlezen

Ik ben heel erg woordblind voor mijn eigen tekst. Ik herlees de tekst zoals ik denk dat ik hem heb geschreven en niet zoals het er echt staat. Heel slordig als je met zoveel kleine foutjes je tekst inlevert bij je redacteur. Wat altijd goed werkt, is je tekst uitprinten. Van papier lukt het me vaak wel om de fouten te signaleren. Maar omdat ik niet altijd alles wil uitprinten, zet ik mijn teksten bij het herlezen om in een ander lettertype. Werkt echt! Je kijkt dan letterlijk even anders tegen je eigen woorden aan.

Succes!

Foto: Kaboompics