1. Schrijf het boek waarvoor je zelf naar de boekhandel zou gaan

Sinds ik dit een paar jaar geleden ergens las, is het mijn lijfspreuk geworden. WAAROM HEEFT NIEMAND DIT OOIT EERDER GEZEGD? Het maakt het schrijven zóveel makkelijker, omdat je nu in plaats van alleen schrijver, ook de eerste lezer bent van je boek. En dat zorgt er wel voor dat je schrijfkilometers wilt maken.

2. Schrap de proloog

De proloog is een trucje waardoor je de lezer meteen in een spannende scène gooit. Dat kan heel goed werken, maar negen van de tien keer doet het dat niet. Je lezer heeft namelijk nog geen kans gehad om een band om te bouwen met je hoofdpersoon, dus het kan hem niet veel schelen dat je hoofdpersonage op het punt staat om van een rots te worden gesodemieterd. Zorg in plaats daarvan dat je het eerste hoofdstuk gebruikt om je hoofdpersoon goed neer te zetten bij je lezer en eindig dan met een dikke, vette cliffhanger.

3. Vermijd infodumps

Merk je tijdens het herlezen van je manuscript dat je sommige stukken skipt? Drie keer raden. Als jij het al doet (degene die het met bloed, zweet en tranen op papier heeft gezet) zal je lezer het ook doen. Kill dus ook niet alleen je darlings, maar ook vooral die saaie infodumps.